Een snelle thuisbevalling

Disclaimer: Dit verhaal is gebaseerd op een waargebeurde bevalling. Namen en details zijn gefingeerd.

Het is een uur of 19 wanneer Jorine me belt voor de overdracht. De komende 48 uur heb ik dienst. Het is rustig met bevallingen deze maand. Dat betekent ook weinig kraamvisites en rustige diensten. Jorine vertelt me de bijzonderheden van de afgelopen dag en nacht. Al het werk van vandaag is afgerond, morgen heb ik alleen een thuiscontrole gepland staan bij een vrouw die graag gestript wil worden. Ik ben benieuwd wat de dienst me gaat brengen. 

04:05: De telefoon gaat, zachtjes neem ik op: ‘Met Christianne, verloskundige…’ ik glip zachtjes mijn bed uit en loop naar de overloop om mijn man niet wakker te maken. ‘Hoi, met Gijs,’ hoor ik een mannenstem aan de andere kant van de lijn. ‘De bevalling is begonnen, Marije heeft nu al twee uur weeën die iedere 3 minuten komen.’ 

Marije is zwanger van haar tweede kind. Ze is 39 weken zwanger en wil graag thuis bevallen. Ik weet dat ze de vorige keer vlot bevallen is en zeg dan ook tegen Gijs dat ik er aan kom. ‘Ik ben er uiterlijk met een half uur, als haar vliezen breken of je hebt het idee dat het ineens heel hard gaat, bel je me dan nog een keer? Dan zet ik er iets meer haast achter,’ zeg ik tegen Gijs. Hij antwoordt bevestigend. Ik kleed me snel aan, poets mijn tanden en neem wat eten mee voor onderweg. 10 minuten later zit ik in de auto. Het is een kwartier rijden. 

Als ik in de straat aankom, moet ik goed zoeken naar een parkeerplek. Ik kan mijn auto verderop in de straat parkeren. Dat wordt sjouwen met alle tassen, ik hijs de grote, rode traumatas op m’n rug, hang m’n andere rugtas over 1 schouder en neem in beide handen nog een tas mee, net een pakezel. 04:30 stap ik de achterdeur binnen, Gijs staat me al op te wachten en neemt mijn tassen over. Zijn ogen glinsteren van spanning en opwinding. ‘Ze is boven,’ fluistert hij. ‘Yoran slaapt?’ vraag ik terwijl ik mijn schoenen uit trek. Gijs knikt, ik loop met mijn visitetas in de hand achter hem aan de trap op. Marije zit boven in de slaapkamer op de skippybal, haar haar in een knot achter op haar hoofd. Het is schemerdonker op de slaapkamer, er brandt zacht licht en op de plank boven het bed branden kaarsen. Een straaltje zweet loopt langs Marije haar slapen terwijl ze een wee wegzucht. Ik open mijn tas, haal daar mijn bloeddrukmeter, stethoscoop, doptone en een handschoen uit. In mijn hoofd maak ik een inschatting: minimaal 6 centimeter ontsluiting. ‘Hey Marije, wat ben je hard aan het werk,’ begroet ik haar zachtjes als de wee voorbij is. ‘Hey, ja pff, ik was vergeten hoe het voelde,’ klinkt het. ‘Ik denk dat je best al opschiet,’ zeg ik, ‘ben je benieuwd hoe het ervoor staat?’ ‘Ja, eigenlijk wel, op bed is het makkelijkst denk ik hè?’ vraagt Marije. Ze klimt zonder op mijn antwoord te wachten op bed, waar ze direct weer een wee krijgt. 

‘Kun jij de verwarming opendraaien?’ Fluister ik naar Gijs, ik heb het idee dat het wel eens snel kan gaan als ik Marije observeer. Het is winter en niet al te warm op de kamer, voor de baby niet heel fijn. Gijs doet direct wat ik vraag. Na de wee meet ik Marije’s bloeddruk, die is netjes. Vervolgens voel ik aan haar buik en luister ik naar de hartslag van de baby, ook dat klinkt keurig. Marije krijgt weer een wee en vangt deze op haar linkerzij op, aangemoedigd door Gijs. Na de wee draait Marije terug op haar rug en kijkt me aan, ‘je mag voelen hoor, als het nog maar 3 is wil ik denk ik een ruggeprik, want dit trek ik niet.’ Ik voer het inwendig onderzoek uit en glimlach naar Marije, ‘voor die ruggeprik hebben we geen tijd meer, je hebt al bijna 8 centimeter!’

Het is inmiddels kwart voor 5. Terwijl Marije haar weeën weer op haar zij opvangt, loop ik snel de trap weer af. 8 centimeter bij een tweede kindje kan snel gaan! Ik wil graag wat spullen klaarzetten en de kraamzorg regelen als dat nog lukt. Met de telefoon tussen mijn oor en schouder geklemd pak ik beneden alvast spullen bij elkaar en vul ik twee kruiken met kokend water. Nadat ik de belangrijkste gegevens van Marije doorgegeven heb aan de kraamzorg, hang ik op. Ineens hoor ik Gijs bovenaan de trap: ‘Christianne, de vliezen breken, Marije zegt dat ze persdrang heeft!’ Ik neem snel de spullen mee naar boven. ‘Gijs, kun jij die rode tas mee naar boven nemen?’ Vraag ik. Marije zit op handen en knieën op het bed, ze kijkt me met grote ogen aan, ‘de baby komt!’ ‘Dat denk ik ook,’ antwoord ik. ‘Het komt goed, Gijs en ik zijn bij je! Je mag mee duwen als je die persdrang voelt!’ Direct volgt de volgende wee. Ik zie de buik van Marije naar voren komen, de bovenkant draait een beetje naar voren en beneden, een teken van reflectoire persdrang: een oerkracht die je niet tegen kunt houden. Er komt een grommend geluid uit Marije haar keel, ze perst mee en duwt de baby naar beneden. Ik pak een spiegel uit mijn tas en leg deze op het bed, zo kan ik gemakkelijk zien wat er gebeurt. Ik zie het hoofdje van de baby al in de vulva verschijnen, als de wee over is, zakt het hoofdje weer terug. ‘Wauw,’ zeg ik tegen Marije, ‘wat doe je dat goed zeg! Ik zag z’n haren al!’ Marije kijkt me ongelovig aan, er loopt een traan over haar wang, ‘ik denk niet dat ik dit kan, het doet zo’n pijn!’ Zegt ze. Ik zet intussen mijn doptone tegen haar onderbuik en luister naar het hartje van de baby, die klinkt snel en regelmatig, zoals het hoort. ‘Het doet ook zeer,’ antwoord ik, ‘de baby zakt snel en rekt je vagina op. Maar je kunt dit, nog een paar weeën en dan is hij er!’ Tijdens de volgende wee moedigen we Marije samen aan, Gijs zit naast haar op het bed en houdt haar handen vast. Ik zie in de spiegel dat het hoofdje dieper zakt en na de wee niet meer terugzakt. Het hoofdje staat, noemen we dat in verloskunde taal. Ik geef Marije duidelijke aanwijzingen om te zuchten zodat de baby rustig geboren wordt, dit verkleint de kans op uitscheuren. ‘De volgende wee is hij er Marije! Blijf zuchten tot de volgende wee komt!’ zeg ik, met z’n drieën zuchten we de hele weeënpauze, zodat Marije zich daarop kan focussen. De volgende wee wordt eerst rustig het hoofdje geboren, direct daarna volgen de schouders, ik vang de baby op en schuif hem onder Marije door. Ze pakt instinctief haar baby en brengt hem naar haar borst. ‘Wauw!’ Roept Gijs, ‘wat heb je dat goed gedaan!’ Trots en ontroerd geeft hij Marije een kus. Marije zit verdwaasd op bed, in haar armen haar tweede zoon. Vol ongeloof kijkt ze de kamer rond. Het is 5 uur, ze kan niet geloven dat de bevalling zo snel is gegaan. 

De kraamzorg arriveert pas een half uur later, in de tussentijd wordt de placenta geboren. Het bloedverlies is stabiel. We blijven altijd nog twee uur na een bevalling. De meeste complicaties die op kunnen treden na een bevalling, vinden in dit tijdsbestek plaats. In de tussentijd hebben we dan tijd om te hechten indien nodig, gelukkig heeft Marije geen hechtingen nodig. Verder doe ik mijn administratie en kijk ik na een uur of anderhalf de baby van top tot teen na op eventuele afwijkingen. Samen met Yoran, die inmiddels wakker is, tel ik de vingers en tenen van zijn kleine broertje. Met Marije, Gijs en hun zoon gaat alles goed. Daarom neem ik na 2 uur afscheid en vertrek ik met al mijn tassen weer richting huis. Daar kan ik mooi nog even wat slaap pakken voor de rest van mijn dienst. Als ik naar huis rij, zie ik de zon opkomen. De mensen die me tegenkomen hebben geen idee wat voor prachtig wonder ik weer heb zien voltrekken deze ochtend. We hebben echt de mooiste baan van de wereld!

Meer lezen?

Het voedingsverhaal van Emma en Jent

Het voedingsverhaal van Jorine en Vera

Geboorteverlof

Lees hier hoe het ouderschapsverlof werkt sinds augustus 2022.
Scroll naar boven