Met de fles wordt hij ook groot
Al ver voor ik zwanger was wist ik zeker, ik wil graag (lang) borstvoeding geven. Nooit heb ik getwijfeld of dit zou lukken, dat er uitdagingen zouden komen dat wist ik, maar niet lukken?! Dat was geen optie in mijn hoofd. Toen Jent geboren werd zag ik direct dat hij een verkorte tongriem had. Het vliesje onder zijn tong zat tot zijn tongpunt vast. Deze werd vlot gekliefd en het aanhappen ging goed. Tot mijn stuwing uitbleef en Jent niet echt plaste, laat staan groeide, kwamen er toch wat zorgen. Ik begon met kolven. In eerste instantie had ik een prima opbrengst. Maar steeds meer ging hij de borst weigeren en mijn productie werd een probleem. Aan het eind van de kraamweek kreeg hij meer kunstvoeding dan borstvoeding.
Ik weet nog goed dat ik buiten in de tuin zat, eindelijk weer even. De zon op mijn gezicht deed me goed. Ik had net heel hard gehuild bij een vriendinnetje. Want na de pittige zwangerschap die ik had gehad zou dit me toch wel gegund zijn. Jent had niet voldoende aan de voeding die hij kort daarvoor uit de borst had gedronken. En hij kreeg nog wat kunstvoeding na. De buurvrouw kwam thuis; O hallo, geef jij ook al de fles?! zei ze veroordelend. Opnieuw sprongen de tranen in mijn ogen. Je hebt geen idee hoe hard ik hiervoor aan het vechten ben, dacht ik. Hoe graag ik wil dat dit slaagt.
Door corona was er weinig begeleiding mogelijk. Een tweede keer klieven was noodzakelijk en later zelfs nog een derde keer. Online keek een lactatiekundige met mij mee en gaf nog een aantal tips en adviezen, maar dat mocht helaas niet het gewenste resultaat geven. Ik kwam in de overlevingsmodus terug en de vechter in mijn kwam naar voren. Ik zette alles op alles om dit borstvoedingsavontuur tot een succes te laten komen, maar helaas. Vier weken later moest ik toch tot de conclusie komen dat het niet was gelukt. Tranen met tuiten volgden, ik vond dat ik gefaald had. Ik kon mijn kind niet geven wat hij nodig had. Ik had het niet goed gedaan.
Ik sprak uit naar mijn omgeving dat ik verdriet had van dat het niet gelukt was. En dat ik het graag anders had gezien.
Meid; hij wordt ook heus groot met fles hoor, maak je niet druk. Laat het los. Een gelukkige moeder betekent ook een gelukkig kind, waren opmerkingen die met me werden gedeeld. Ik kon er niks mee behalve er nog bozer door worden.
Ik had op dat moment niet nodig dat dit verdriet van mij overgenomen werd of voor me opgelost. Wat ik nodig had was oprechte interesse en een luisterend oor, zonder oordeel over mijn situatie of gevoel.
Tot Jent een jaar oud was, heb ik me er rot over gevoeld. Bij elk pak kunstvoeding dat ik kocht had ik een knoop in mijn maag. Toen die verrekte kunstvoeding open was gegaan in mijn tas tijdens een dagje weg, werden die gevoelens weer sterker.
Inmiddels, 4 jaar later, kan ik met liefde naar mezelf kijken. Ik heb veel van mezelf gevraagd in de periode. Mijn lijf heeft me veel gegeven, een gezond kind, een prachtige bevalling. Maar ze vertelde me ook dat ik op de rem moest trappen omdat er al veel ballen in de lucht werden gehouden en er niet nog meer ballen bij konden.
Welke opmerkingen zijn jou bijgebleven over het voeden van je kindje?